C
Volgens een zopas verschenen nationaal onderzoek (1) van het dagblad Washington Post heeft de Amerikaanse politie sinds januari 2015 reeds 385 mensen omgebracht. In de VS zijn de protesten de laatste maanden sterk toegenomen door het stijgend aantal gevallen van doodslag door de ordediensten. De slachtoffers komen praktisch uitsluitend uit wijken en steden zoals Cleveland en Baltimore waar massale de-industrialisatie de armoede de laatste jaren bijzonder deed toenemen.
Er werd geprotesteerd in augustus 2014, na de dood van de 18 jarige Michael Brown in Ferguson, Missouri. Volgens de autopsie kreeg Brown zelfs het genadeschot van de agent met een kogel die het bovengedeelte van zijn schedel doorboorde, wat wijst op een houding van overgave. Vorige maand vonden rellen plaats in Baltimore, Maryland, naar aanleiding van de moord op de 25 jarige Freddie Gray, die na zijn arrestatie in de handen van de politie de dood vond door een ruggengraatletsel. Iedereen herinnert zich de beelden van de 44-jarige Eric Garner die op de stoep in Staten Island, New York City, dood gewurgd werd door de politie terwijl hij mompelde: “I can’t breathe”.
Klassenconflicten
Volgens de Washington Post zijn er dit jaar reeds drie keer meer slachtoffers gevallen onder de Afro-Amerikaanse bevolking. Velen concluderen hieruit dat de Amerikaanse samenleving vooral gekenmerkt wordt door rassenconflicten. Hoewel dit zeker een rol speelt gezien de geschiedenis van segregatie moet men dit ook met een korrel zout nemen. Veel Afro-Amerikanen hebben zich sinds de burgerrechtenbeweging opgewerkt en zijn ook deel gaan uitmaken van de Amerikaanse elite. Zo bestaat het politieke establishment van Baltimore bijvoorbeeld voor het grootste deel uit Afro-Amerikanen; drie van de 6 agenten die beschuldigd worden van de moord op Freddie Gray zijn Afro-Amerikanen. Gezien de slachtoffers vooral uit verloederde wijken komen waar een sterk verarmende bevolking leeft kan men het klassenkarakter van deze moorden niet miskennen.
Zwarte politici verdedigen in de VS dezelfde repressie ten aanzien van deze verarmde klasse als hun blanke collega’s. Over de rellen die naar aanleiding van de moord op Freddie Gray plaatsvonden liet de zwarte burgemeester van Baltimore, Stephanie Rawlings-Blake het volgende horen: “Te veel mensen hebben generaties lang deze stad opgebouwd om dit nu zo maar te laten vernietigen door criminelen, die proberen af te breken wat zo velen opgebouwd hebben. Zij breken handelszaken af, en vernietigen eigendom”. Over de ellendige leefomstandigheden van de bevolking die jongeren geen enkel perspectief bieden geen woord: in de wijk waar Freddie Gray leefde bedraagt de werkloosheid 50%. Het verschil in levensverwachting tussen de arme en welvarende buurten van Baltimore bedraagt 20 jaar.
Oorlog in het buitenland, politiegeweld in het binnenland
Net als in Ferguson werd in Baltimore naar aanleiding van het protest de staat van beleg afgekondigd, waarbij de stad letterlijk bezet werd door Amerikaanse reservestrijdkrachten, de National Guard, die met 2000 eenheden de politie kwam versterken. Honderden mensen werden gearresteerd. Er werd een avondklok afgekondigd en in de straten patrouilleerden legervoertuigen die gebruikt werden in Afghanistan en Irak. Velen leggen hierdoor het verband met de bezettingen van het Amerikaanse leger in het buitenland. Niet alleen het materiaal van de ordediensten komt uit Afghanistan en Irak, veel oorlogsveteranen werden door de politie ingelijfd en gebruiken nu dezelfde methoden die ontwikkeld werden in Irak en Afghanistan in de zogenaamde “oorlog tegen de terreur”.
Op 23 mei werd Michael Brello, een agent uit Cleveland die van vrijwillige doodslag beschuldigd werd voor de moord op twee ongewapende mensen, vrijgesproken door een rechter. De precieze omstandigheden van de schietpartij is veelzeggend. Brello sprong na een achtervolging op de motorkap van de wagen van de twee slachtoffers, waarna hij rechtstaand 49 kogels door de voorruit schoot naar de bestuurder en de passagier. Brello is een oorlogsveteraan en verklaarde tijdens het onderzoek dat hij zijn opleiding als marinier gebruikt heeft om zijn “doel te doorboren”, een jargon dat in Amerikaanse militaire middens gebruikt wordt bij hinderlagen.
De bewoording van Brello is betekenisvol. Wanneer Amerikaanse veteranen terugkomen uit Afghanistan of Irak kunnen ze praktisch enkel werk vinden bij de politie of bij private veiligheidsdiensten. Dit is op zich niets nieuws in de VS. Na de ravage van orkaan Katrina werden huurlingen van Blackwater recht uit Baghdad naar New Orleans gevlogen toen er de krijgswet afgekondigd werd. De militaire training van deze agenten zorgt er voor dat ze overal potentiële vijanden zien. Anders dan bij Amerikaanse slachtoffers halen de namen van de ongewapende burgerslachtoffers uit Irak, Afghanistan, Pakistan, Jemen, Somalië, Libië, Syrië, enz. slechts zelden het wereldnieuws. Maar op basis van het brutale politiegeweld en de manier waarop het Amerikaanse establishment dit minimaliseert; het protest hiertegen discrediteert en op een militaristische manier onderdrukt en tenslotte de aangeklaagde agenten steeds vrijuit laat gaan, krijgt men op z’n minst een idee over hoe het er in het buitenland aan toe gaat.
Noot: