Vooraleer met verlof te gaan, nam de regering Michel 1 nog snel een aantal maatregelen. Zo gaf ze nog snel een stevig cadeau aan het patronaat in de vorm van een nieuwe flinke verlaging van de patronale bijdragen aan de RSZ en voerde ze een belastingverhoging door voor de huishoudens (zo gaat de BTW op elektriciteit van 6% naar 21%). Verder verlaagt ze drastisch de factuur voor Electrabel door de belasting op kernenergie van 550 naar 150 miljoen euro te brengen binnen enkele jaren, en met hetzelfde Electrabel een akkoord te tekenen waarin de energieproducent zich engageert 700 miljoen € te investeren die ze waarschijnlijk uit onze zakken zal terughalen wanneer de volgende afrekening komt. Volgt u nog?
Maar de regering wil het daar niet bij laten. De brutale verhoging van de BTW riskeert immers tot een indexatie van de lonen en uitkeringen te leiden, iets wat de regering wil vermijden door aan de berekeningswijze van het indexcijfer van de consumptieprijzen te morrelen. Na de indexsprong die we eind 2014 te slikken kregen, komt er dus opnieuw een stevige dosis manipulatie.
De index
Het indexcijfer van de consumptieprijzen is het mechanisme dat toelaat – na de feiten en onvolmaakt- om de lonen en sociale uitkeringen aan te passen aan de verhoging van de levenskost. Sinds 1920 wordt dit maandelijks berekend. En in principe werd het automatisch en op maandbasis in het loon verrekend. In het verleden werd met de index al verschillende keren gerommeld en gemanipuleerd: Een “gezondheidsindex” waar verschillende producten waren uitgehaald (1994), een “spilindex”, de gemiddelde waarde van de gezondheidsindex van de laatste vier maand, waarbij pas een indexatie wordt toegepast als ze spilindex overschrijdt. De regeringen uit de eerste helft van de jaren ’80 voerden ook verschillende indexsprongen door.
De index is dus geen verhoging van de lonen en uitkeringen, zoals bepaalde kringen die het hele systeem liever kwijt zijn, het ons willen doen geloven.
Een paar cijfers om beter te begrijpen waarom de index in het vizier ligt:
Volgens verschillende studies zijn tussen 2007 en 2012 de reële lonen in België niet meer toegenomen: “De gemiddelde Belg zag zijn inkomen met 13,8 % toenemen in diezelfde periode.”, onderlijnt een rapport. “Als we deze verhoging in relatie tot de inflatie in diezelfde periode bekijken, 13,6%, constateren we dat in de realiteit het reële loon van de Belgen stagneerde” (1). Het is dus in hoofdzaak aan de index te danken dat deze kloof niet groter is geworden: tussen juli 2007 en juli 2015 is het indexcijfer van de consumptieprijzen van 106,57 naar 123,64 (basis 100 in 2004) gegaan, m.a.w. een verhoging van de prijzen met meer dan 17%.
De index is een hindernis voor het doordrukken van een besparingsbeleid waarbij ze de lonen willen drukken, een splinter in de voet van rechts. Toen ze er in slaagde om een eerste indexsprong op te leggen (die nog niet is toegepast, omdat de inflatie zeer laag ligt momenteel), tegen de sociale beweging van afgelopen winter in, behaalde de regering Michel een eerste symbolische overwinning rond dit thema. De saga rond de verhoging van de BTW op elektriciteit toont aan dat ze het daar niet bij wil laten. Deze regering wil de index onderuit halen. Laat ons de regering eerst laten vallen.
Noot: