De « joods-christelijke traditie » is een ideologisch begrip dat tegenwoordig met gulle hand verspreid wordt. Haar gebruik is niet onschuldig. Meestal verwijst ze naar de Westerse cultuur en waarden. Ze geeft de indruk duizenden jaren oud te zijn, vanaf de dag dat Mozes uit de handen van de Here de Tafelen ontving en Jezus van Nazareth ons kwam verlossen van onze zonden.
In werkelijkheid is die “traditie” amper 200 jaar oud. Ze bereikte haar hoogtepunt nadat de christelijke cultuur had meegeholpen aan de vernietiging van de Europese Joden, dus na de 2de Wereldoorlog en bij de aanvang van de Koude oorlog. De ironie van de geschiedenis is zwart, heel zwart.
Sinds de Romeinse keizer Constantijn het christendom verhief tot staatsgodsdienst werd Europa beschouwd als een zuiver christelijk continent. In de middeleeuwen waren de Joden volgens de uitdrukking van de Engelse historicus Richard Southern “vijanden van God met een tijdelijke verblijfsvergunning”. Wee hen wier vergunning ten einde liep. Niemand kwam op de gedachte dat de verspreide Joodse gemeenschappen hun stempel hadden gedrukt op de Europese cultuur.
De Verlichting bracht daar verandering in. Haar “historische” visie (en haar tolerantie) vatte het christendom op als een voortzetting van het jodendom. Na de emancipatie van de Joden in het kielzog van de Amerikaanse en Franse revoluties waren de Joden geen volk meer, maar (althans formeel) “israëlitische burgers”. Voortaan sprak de intellectuele wereld van een « joods-christelijke » beschaving, maar zonder enige bijgedachte, zonder ze te confronteren met een wilde, kwaadwillende en satanische wereld. Dat kwam pas later.
Het gebruik van de uitdrukking als sociaal-cultureel begrip diende om “onze” cultuur te onderscheiden van andere beschavingen zoals de Grieks-Romeinse, de Chinese, de Byzantijnse, de Islamitische, enz. Men kon haar positief waarderen zoals de meeste Westerse intellectuelen, of afwijzen zoals Nietzsche deed toen hij haar een “slavenmoraal” toeschreef.
Alle grote beschavingen, d.w.z. zij die een diepe en duurzame stempel hebben gedrukt op de wereldcultuur, hebben een lange geschiedenis achter de rug. De Chinese beschaving is meer dan 3000 jaar oud. De Westerse beschaving heeft wortels in de Babylonische oudheid. Daar komt namelijk een mythe zoals die van de zondvloed en het eerste wiskundig gestamel vandaan.
De Griekse wereld, gevolgd door de Romeinse en de Germaanse invallen vormde de grondslag waarop het feodalisme ontstond, gevolgd door het kapitalisme. Vanuit organisatorisch standpunt is de Katholieke Kerk een directe afstammeling van het late Romeinse keizerrijk.
Het is niet toevallig dat zij haar groot hoofdkwartier in Rome heeft. Men zou beter spreken van een Grieks-Romeinse-Germaanse dan van een joods-christelijke beschaving.
De moordende waanzin van de 2de Wereldoorlog heeft schuldgevoelens gewekt bij hen die het jodendom hebben opgevat als een valse godsdienst, meer bepaald in de Lutherse Kerk in Duitsland waarin sommigen Jezus hebben “gegermaniseerd” en die gedeeltelijk heeft deelgenomen aan vernietiging van de Joden. De Roomse Kerk is ook niet schuldeloos; men kent, om geen sterkere term te gebruiken, haar kleinmoedigheid tegenover het theoretisch en praktisch antisemitisme.. Ieder goed christen die schuld voelt, kan boete doen. De gemakkelijkste manier is verklaren dat we allemaal samen tot eenzelfde tak behoren, in deze de “joods-christelijke”.
De term kwam ook van pas in de Koude oorlog. Socialisme, communisme, marxisme, anarchisme zijn niet geboren in de “joods-christelijke” schoot. Zij maken geen deel uit van onze cultuur. Zij komen voort uit het Boze. En enkele jaren geleden kregen we te maken met het islamisme van een bin-Laden en consorten. Sindsdien is de term een sleutelbegrip van de islamofobie. Het hoeft ons dus niet te verwonderen dat uiterst rechts, ondanks zijn antisemitisch en nationalistische traditie, zich voorstelt als een verdediger van de “joods-christelijke beschaving”, meer bepaald van de zionistische staat…
fotomontage: Rafik Khalfaoui