De tegenstanders van de Griekse regering binnen de Europese Unie zijn echt niet zo sterk als ze soms lijken.
Neem Passos Coelho, de Portugese premier die op Europese bijeenkomsten hard ingaat tegen de Griekse voorstellen. De Financial Times meldde maandag dat 32 vooraanstaande politici, economisten en wetenschappers in een open brief lieten weten niet akkoord te gaan met Passos Coelho. Onder hen een aantal partijleden van de premier. Ook de toonaangevende krant Público veroordeelt in een edito de houding van de premier.
Volgens de sociaaldemocraten, die in de oppositie zitten, maar die volgens de peilingen de verkiezingen in de herfst gaan winnen, verhinderrt Passos Coelho door zijn houding een new deal in Europa die alle landen met grote schulden ten goede zou komen. De sociaaldemocraten spuwen nu op de memoranda en de troika, al hebben zij destijds zelf het memorandum onderhandeld… In wiens naam spreekt Passos Coelho dus wanneer hij Portugal als voorbeeld stelt tegenover de Grieken?
Hetzelfde kan gevraagd worden over de Spaanse premier Rajoy, die via Syriza een proxy-gevecht lijkt aan te gaan met Podemos. Volgens de laatste peilingen halen de sociaaldemocraten 18,3 procent, de Partido Popular van Rajoy 20,9 procent, en Podemos 27,7 procent. Een andere nieuwkomer in de electorale arena, Ciudadanos, haalt in een andere peiling 13,4 procent. Peilingen zijn geen verkiezingen, maar dit geeft toch niet de indruk dat Rajoy spreekt in naam van de meerderheid.
Hollande
Ook de avonturen van de Franse president Hollande zijn tekenend voor de spanningen binnen het Europese soberheidsbeleid. Dinsdag leek zijn premier Valls geen parlementaire meerderheid te halen voor de “wet Macron”, genoemd naar de bevoegde Franse minister, en die symbool staat voor de neoliberale structuurhervormingen die door de Europese Unie worden geëist. De oppositie binnen de Parti Socialiste tegen deze wet leek te groot. De wet was wekenlang in het parlement besproken onder grote publieke belangstelling.
Uiteindelijk nam Valls niet het risico van een stemming in het parlement, maar liet hij de wet aannemen door de regering. Dat kan volgens de Franse Grondwet in een uitzonderlijke procedure, waarbij daarna de vertrouwenskwestie wordt gesteld in het parlement. Deze procedure was niet meer gebruikt sinds 2006 (toen een zekere Hollande vanop de oppositiebanken fulmineerde tegen deze “aanslag op de democratie”).
Volgens de media stond Hollande onder grote druk om de ‘wet Macron’ te laten aannemen, omdat de Europese Commissie zeer binnenkort gaat beslissen of Frankrijk nog wat uitstel krijgt om zijn begroting binnen de Europese normen te krijgen. Begrotingszondaars krijgen van Brussel uitstel van executie in ruil voor neoliberale structuurhervormingen.
Maar deze onverkwikkelijke geschiedenis zal door de Europese hardliners zeker als een nieuw signaal gezien worden dat zij op eieren lopen.
Dat betekent nog niet dat zij water in de wijn gaan doen, misschien wel integendeel. De zwakheden in het kamp van de hardliners kunnen voor dat kamp ook een argument zijn om de rangen te sluiten, het niet tot een echt debat te laten komen, en de confrontatie met de Griekse regering op de spits te drijven, ook al moet daar een zware politieke prijs voor betaald worden in termen van legitimiteit.